Zorgen voor morgen (6)
Zorgen voor morgen (6)
In gesprek met Solomon Tesfaye.
Met zijn onafscheidelijke zwarte hoed is Solomon Tesfaye (70) een bekende verschijning in het Oldenzaalse straatbeeld. Hij was jarenlang fractielid van de PvdA Oldenzaal en menigeen zal hem herinneren als Hoogheid van CV de Thijdarren. Hij verwierf hiermee landelijke bekendheid als ‘Chocoprins’, de eerste zwarte prins van Nederland.
En bezoekers van de jaarlijkse dodenherdenking kennen Solomon als de man die traditioneel als laatste een bloemstuk legt bij het oorlogsmonument.
Op de vraag of Solomon zich zorgen maakt over de dag van morgen is hij helder en duidelijk. ‘Je zorgen maken over de dag van morgen is niet verstandig’, zegt Solomon. ‘Je hebt immers geen invloed hoe je leven verloopt.’ ‘Te veel bezig zijn met de toekomst gaat alleen maar ten koste van je leven nu.’
Solomon verliet zijn geboorteland Ethiopië in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Via Israël waar hij in een kibboets zijn huidige vrouw ontmoette kwam hij in Nederland, in Oldenzaal. Solomon is nooit terug geweest in Ethiopië. Wel praat Solomon vol trots en bezieling over zijn geboorteland. In Oldenzaal, waar hij sindsdien woont, is hij jaren werkzaam geweest als activiteitenbegeleider bij Woonzorgcentrum de Molenkamp. Daar heeft hij kennis gemaakt met de ouder wordende mens en geleerd dat je alles moet doen om gezond te blijven.
Gezond van lichaam en geest. Voor hem betekent dit een gezonde levensstijl met aandacht voor gezond eten. Ook de mentale gezondheid krijgt bij Solomon aandacht. ‘Zorg dat je bezig blijft en mensen ontmoet.’ Aan mensen die zich eenzaam voelen zegt Solomon: ‘ga er op uit, ga naar buiten, ontmoet mensen, word ergens lid van en zorg dat je erbij hoort of nodig mensen thuis uit.’
‘Als je dat doet hoef je je echt geen zorgen te maken over je oude dag’ zegt Solomon. ‘Zorg dat je in het hier en nu gelukkig bent, dat is belangrijk. Op de toekomst hebben we geen invloed.’
Waar Solomon zich wel zorgen over maakt zijn de ontwikkelingen in de zorg. Steeds minder personeel, wachtlijsten en meer en meer geld dat naar defensie gaat in plaats van naar de zorg. ‘Een verontrustende ontwikkeling,’ zegt hij. Maar hij laat zijn goede humeur er niet door bederven.
