Van de Voorzitter
Van de voorzitter.
De homo habilis (de handige aapmens, een soort klusjesman, die gereedschappen hanteerde) leefde 2,5 miljoen jaren geleden ergens in Afrika. Daaruit kwam 300.000 jaar geleden de eerste mens voort, de homo sapiens (de wijze mens). Vanaf dat moment is de mens gaan zwerven. Van de savannes in Afrika heeft de mens zich verspreid over Azië en Europa.
De eerste Nederlanders stamden eigenlijk af van de mensen die in de vlakten van Oekraïne leefden. Daar was het schijnbaar niet zo goed toeven als in het modderige Nederland. Er komen opnieuw Oekraïners naar Nederland en zij zijn niet de enigen. Uit de gehele wereld komen vluchtelingen naar Europa. Het hoort bij de mens om te zwerven en een beter leven elders te zoeken. De Verenigde Staten zijn eigenlijk ontstaan door de hoeveelheid Duitsers, Engelsen en Ieren die naar de USA vluchten vanwege hongersnoden en de geringe kansen op een goed leven.
Ook Nederlanders gingen naar de USA, vanwege het feit dat zij hun geloof hier in Nederland niet mochten belijden. In de jaren vijftig gingen veel Nederlanders naar Australië , Nieuw Zeeland en de USA. Puur voor een beter leven. De helft kwam terug, maar daar praten we niet over. Mislukt of heimwee. Nu vinden we dat Nederland vol is en er geen mensen meer bij kunnen, maar er blijven mensen komen naar plekken waar het goed vertoeven is. Dat is Nederland bij uitstek. We hebben met elkaar een goed landje ontwikkeld, er is veiligheid, er is een goed vangnet voor mensen die pech hebben, er zijn goede voorzieningen, je mag in Nederland je opvattingen uiten, er is een rechtvaardige rechtspraak en een redelijk verdeelde rijkdom.
Vaak beseffen we niet hoe goed we het hebben in vergelijk met andere landen. De tandarts uit Syrië, de schilder uit Polen, de Roemeen in de vleesfabriek en de elektricien uit Suriname, dragen bij aan onze welvaart en ons comfort. Natuurlijk duurt het een halve generatie voordat zij echt deel gaan uit maken van ons land. Maar het is redelijk om ze een kans te geven. Zwerven hoort bij de mensen zolang er mensen zijn!
Hans Perik
